Maria Montessori heeft in haar toespraken in Londen (1936) haar visie op kosmische educatie gepresenteerd. Een essentieel uitgangspunt is de gedachte van een harmonieus geheel, waarvan de verschillende onderdelen in een noodzakelijke wisselwerking staan. Anders dan in de natuur is de harmonie van het geheel in een steeds meer door de mens gecreëerde wereld een opgave en een opdracht, waarbij pedagogiek een belangrijke rol vervult.
Het ontstaan van het ontwerp van kosmische educatie valt niet zonder de historisch-politieke levensomstandigheden te begrijpen, waaronder Maria Montessori deze ontwikkeld heeft. Het opkomende fascisme in Europa en de Tweede Wereldoorlog hebben grote impact op haar wereldwijde pedagogische werk, zodat de levensomstandigheden ertoe leidden dat ze geen tijd vrij kon maken om over kosmische educatie een coherent, systematisch boek te schrijven. Dit is reden waarom bijna alle teksten over kosmische educatie afkomstig zijn uit voordrachten en de publicaties ervan.
Tot dan toen woonachtig in Rome, vestigde Maria Montessori zich in 1916 in Barcelona/Spanje. Hier leefde ze van 1917 tot 1936 samen met Mario, zijn vier kinderen Maria Elena (1919), Mario jr. (1921), Rolando (1925) en Renilde (1929), zijn Amerikaanse vrouw Helen Christie en vier medewerksters in een soort woongemeenschap. Vanuit Barcelona startte Maria haar vele pedagogische en sociale initiatieven in de wereld.
In 1932 startte de inmiddels 62-jarige een campagne voor vrede en het samenleven van de mens in één wereld (“Nazione Unica”). Ze begon in 1932 met de lezing Vrede en Opvoeding in het kantoor de educatieafdeling van de Internationale Volkerenbond in Genève. Daarna volgden diverse vredeslezingen in Brussel (1936), Amersfoort (1936), Kopenhagen (1937) en Londen (1939), dus kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.
Alle lezingen hadden als doel samen voor de verwezenlijking van vredeswetenschap, de opvoeding van mensen naar vrede en de kosmische missie van de mensheid te propageren.
Een dergelijk vredesinitiatief en haar universele opvatting van de “Nazione Unica” had vanwege de uitbreiding van het fascisme in Europa voor Maria Montessori vergaande consequenties. Haar pedagogische visie ging immers uit van vrijheid en waardigheid van het individu. De in 1929 in Kopenhagen opgerichte Internationale Montessori Vereniging (Association Montessori Internationale/AMI) zou oorspronkelijk in Rome gevestigd worden, maar week na spanningen met Mussolini in 1932 naar Berlijn uit. Daar kon ze echter, na de machtsovername van Adolf Hitler en de sluiting van al haar Duitse montessorischolen in 1933, ook niet blijven. Uiteindelijk werd de AMI in 1935 van Barcelona naar Amsterdam verplaatst, waar de vereniging tot op heden gevestigd is.
Tijdens het internationale montessoricongres in Rome (1934) gebeurde er iets met grote gevolgen. Maria Montessori sprak tijdens haar lezing over vrede en haar methode, en een groep jonge leerkrachten achter in de zaal verstoorden en provoceerden haar. Nadat Mario haar toegefluisterd had dat het om een groep “fascistische zwarthemden” ging, pakte ze haar papieren bij elkaar en brak haar lezing abrupt af. Het was voor haar duidelijk dat ze voor de op macht beluste Mussolini zelfs in eigen huis niet langer veilig was. Maria en Mario verlieten Rome en keerden pas na de Tweede Wereldoorlog in 1947 weer terug naar Europa. Maria Montessori woonde de laatste jaren van haar leven in Noordwijk aan Zee, waar ze in 1952 overleed.