Op 13 augustus 1870 werd Maria Montessori geboren, in het plaatsje Chiaravalle in Italië. Maria was een enthousiaste leerling, die al snel opviel door haar leergierigheid. Ze studeerde medicijnen en is als eerste vrouwelijke arts in Italië gepromoveerd.
Tijdens haar werk als assistent-arts kwam ze in aanraking met kinderen met verstandelijke beperkingen. Hier liep ze al snel tegen een aantal dingen aan: in het ziekenhuis werden deze kinderen niet gestimuleerd om iets leren, er was geen ruimte voor ontwikkeling. Dit vond ze erg kwalijk en dus ging ze op zoek naar oplossingen, die ze vond bij Seguin, een Franse arts die veel ervaring had met deze kinderen. Maria ging aan de slag met deze manier van werken en gaf er al snel haar eigen draai aan, waarbij ze steeds betere resultaten boekte.
In 1907 was het zo ver: de ‘eerste’ montessorischool werd geopend. Maria Montessori kreeg de kans om als directeur een school te openen voor leerlingen uit een slechte wijk in Rome.
In deze school, de Casa dei Bambini, kon Maria haar ideeën verder uitwerken, waarbij opviel dat ze dit met een grote wetenschappelijke precisie probeerde vast te leggen. Er werd veel geobserveerd en alles werd vastgelegd, zodat terug gekeken kon worden naar welke acties precies resultaat haalden.
De school boekte al snel veel succes: leerlingen waar eigenlijk niets van verwacht werd bleken uitstekend te presteren, waarbij ze ook nog eens meer vrijheid hadden dan op andere scholen. Dit wekte veel interesse van anderen, waarbij veel docenten en pedagogen met interesse afreisden om te kijken hoe de ‘methode Montessori’ nu precies werkte. Het duurde dan ook niet lang totdat er nieuwe montessorischolen werden geopend, zowel in Italië als in de rest van de wereld.
De visie van Maria Montessori
Tijdens haar observaties van kinderen met een verstandelijke beperking en kinderen uit arme families zag ze veel opvallende dingen, die uiteindelijk haar visie vormde op hoe onderwijs moet werken. Ze zag dat kinderen, mits de omstandigheden juist zijn, zelf veel willen leren.
Een van dingen die haar opviel tijdens haar observaties was dat kinderen bij zelfgekozen activiteiten veel gemotiveerder waren. Ook viel haar op dat kinderen zelf op zoek waren naar manieren om de ruimte te ordenen. Door hier de ruimte op af te stemmen en te zorgen voor de juiste materialen leerden kinderen niet alleen meer: ze ontwikkelden ook ‘spontane zelf-discipline’. Haar ideeën worden dan ook vaak samengevat met de zin: “help mij om het zelf te doen”.
Daarbij ging Maria Montessori er vanuit dat elk kind aangeboren talenten heeft. Het is daarbij de taak van volwassenen om te zorgen dat deze talenten er zo goed mogelijk uit komen. Door aan te sluiten op deze behoeften, en ruimte te bieden aan het kind komen de talenten tot ontwikkeling.
De invloed van Maria Montessori
Er was snel veel interesse voor het werk wat Maria deed op haar school. Mede doordat ze zelf veel schreef en actief workshops gaf verspreidde de ideeën zich snel. Zo bezocht ze veel verschillende scholen in verschillende landen, maar stond ze ook op de wereldtentoonstelling in 1915. Daarnaast woonde ze een tijd een Nederland en schreef ze veel met haar zoon Mario.
Naast dat de ideeën van Maria Montessori aansloegen, was het ook de productiviteit van haar die hielp met het verspreiden van de ideeën. Hierdoor ontstonden er al snel verschillende scholen die de ideeën van de montessorimethode in de praktijk probeerden te brengen. In veel verschillende landen zijn montessorischolen actief, waarbij in meer of mindere mate vanuit het gedachtengoed van Maria gewerkt wordt. Daarbij gaat het niet altijd om het letterlijk volgen van wat er geschreven is, en daar had Maria zelf ook problemen mee. Ze vond het lastig wanneer scholen onder haar naam op een andere manier werkte.
Ook nu zijn er nog veel scholen die het gedachtegoed van Maria Montessori levend houden. En als je kijkt naar de trends in het onderwijs, dan kun je eigenlijk stellen dat de ideeën van Maria Montessori een vaste plek hebben gekregen. Uitgaan van het kind, ruimte voor het ontwikkelen van talenten, zelfsturend leren… Je mag best zeggen dat dit voortbouwt op de ideeën die in 1907 ontstonden bij de directeur van een school in een achterbuurt in Rome…
Gebaseerd op een tekst van Michiel Lucassen/Vernieuwenderwijs